-
1 gentle
adj. zacht; teer, licht; voorzichtig; matig; beleefd--------n. voornaam, van goede afkomst--------v. temmen; kalmeren; strelen[ dzjentl] 〈gentler; gently; gentleness〉1 voornaam ⇒ van goede afkomst/familie2 zacht ⇒ licht, (ge)matig(d)3 zacht(aardig) ⇒ teder, vriendelijk4 kalm ⇒ bedaard, rustig♦voorbeelden:2 gentle breeze • lichte koelte, zachte/matige windgentle hint • zachte wenkgentle slope • zachte hellinghold it gently • hou het voorzichtig vast -
2 hold it gently
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский